De eerste levensmaanden leeft een baby in wat we een toestand van directe ervaring noemen. Honger, kou, aanraking of geluid worden niet gefilterd of geïnterpreteerd. Ze zijn er gewoon. Er is nog geen bewustzijn van ‘ik’ en ‘ander’, geen scheiding tussen binnen- en buitenwereld. De baby is wat hij zich gewaar is. Een baby leeft daarmee in een stroom van gevoelens, sensaties en ervaringen.
Daniël Stern (2000) benoemt dit als het gevoelsveld-bewustzijn. Een continue stroom van indrukken in het hier en nu, zonder tijdsbesef of reflectie. Toch is dit geen passieve staat. Integendeel: het brein is hypergevoelig voor interactie. Elke aanraking, blik, geur of stemgeluid wordt opgeslagen als ervaring van de wereld.
“Een baby leeft niet in een verhaal, maar in een stroom van sensaties.”
— Daniel Stern
Neurologisch gezien is de baby volledig afhankelijk van co-regulatie: een afgestemde volwassene helpt het jonge zenuwstelsel zich te kalmeren of activeren. Dit gebeurt via ritme, toonhoogte, ademhaling, lichaamstaal — allemaal signalen die via het zenuwstelsel binnenkomen.
Naast de biologische en neurologische kant speelt er zich ook een proces af op energetisch vlak. Baby’s zijn gevoelig voor de innerlijke staat van de volwassene. Ze ‘weten’ of jij echt beschikbaar bent. Niet alleen fysiek, doordat je er bent en zorgt voor de praktische zaken als een flesje en een luier. Maar meer nog emotioneel en energetisch. De prefrontale cortex, die later zorgt voor zelfreflectie en impulscontrole, is nog niet actief. In deze fase ontwikkelt zich de autonome regulatiecapaciteit vanuit herhaalde ervaringen van veiligheid. John Bowlby benadrukte al in 1969 dat deze vroege interacties het fundament leggen voor hechting, zelfgevoel en vertrouwen.
Intuïtieve afstemming in de eerste relatie
Als professional betekent dit dat je aanwezigheid belangrijker is dan je woorden. Wanneer jij gespannen bent door dat oudergesprek later op de dag, wanneer je afgeleid bent door de andere taken die je vandaag nog moet afronden of wanneer je emotioneel niet echt ruimte hebt doordat je gisteravond ruzie hebt gehad met je partner, dan voelt het kind dat. Het zenuwstelsel van het kind reageert mee op de spanning die het waarneemt en de baby zal daarmee ook gespannen raken.
“Een kind voelt wie jij bent, vóór het begrijpt wat je zegt.”
Als professional ben jij letterlijk het externe zenuwstelsel van de baby. Door rust, ritme en afgestemd contact geef jij het kind een eerste blauwdruk van de wereld: Is het hier veilig? Wordt er naar me geluisterd? Doet mijn gevoel ertoe?
Co-regulatie: jij als verlengstuk van het zenuwstelsel
Nu ons bewustzijn met een enorme groeispurt bezig is, verandert en expandeert, is er ook een verandering nodig in de co-regulatie van baby’s. De praktische aanwezigheid (het regelen en het zorgen) schuift wat naar de achtergrond en de emotionele aanwezigheid (er ‘zijn’ voor het kind) schuift meer naar de voorgrond. Ik vind het bijzonder om te zien hoe jonge ouders hierin meebewegen en meestromen met deze nieuwe, intensere behoefte aan veiligheid en geborgenheid van hun jonge kind.
Deze kleine handelingen leggen het fundament voor zelfregulatie: het vermogen om met stress, emoties en prikkels om te gaan — een vermogen dat zich pas jaren later volledig vormt, maar hier zijn oorsprong vindt.
“Het zenuwstelsel van een kind leert via het zenuwstelsel van een ander.”
— Deb Dana, Polyvagaaltheorie
De energie van het nieuwe bewustzijn is subtieler, verfijnder en intuïtiever. Baby’s zijn subtieler, verfijnder, en worden intuïtiever geboren. Hun gevoelsveld-bewustzijn is afgestemd op de energie van het nieuwe, vergrote bewustzijn en brengt een nieuwe, subtielere manier van gewaarzijn. Baby’s zijn zich nog subtieler, nog verfijnder, nog sensitiever gewaar van hun omgeving.
We mogen hierin als professionals niet achterblijven. Wanneer we blijven vasthouden aan ons eigen werkritme, onze vertrouwde slaapgewoontes en onze praktische werkhouding van doen, doen doen, dan missen we de aansluiting bij de nieuwe generatie kinderen. We kunnen van ouders verwachten dat zij het anders gaan doen, om de aansluiting te maken met hun jonge kind in de kinderopvang, maar dat is niet de realiteit. Ouders doen niets fout. Zij doen exact datgene wat zij te doen hebben, wat zij voelen dat juist is en wat het werkelijke verlangen van hun kind is.
Ik vind dat dat in de kinderopvang gevoeld en begrepen mag gaan worden. Er ís een verandering gaande in het bewustzijn. Dat kunnen we niet langer ontkennen. Een transitie naar een nieuwe tijd, een nieuwe energie, die een nieuwe beleving voor kinderen met zich meebrengt. Kinderen worden subtieler en ontvankelijker voor prikkels. Daar kunnen we onze ogen niet voor sluiten. We mogen daarin mee gaan bewegen. Door ons te informeren over de transformatie die gaande is en ons open te stellen voor de nieuwe energie. Door de verfijning van de energie van kinderen te accepteren en hier open en onderzoekend in te zijn. Door het welzijn van kinderen voorop te zetten en te onderzoeken wat een reële impact hiervan is op onze planning en plaatsing, op onze intake en wenprocedures.
Onvoorspelbaarheid of langdurige stress zonder herstel kan leiden tot een overactief stresssysteem. Dit is zichtbaar in latere vormen van angst, hechtingsproblemen of zelfs leer- en gedragsproblemen.
Het is tijd, lieve mensen. Tijd voor verandering. Ik hoor graag van je wat jij hiervan ervaart.
